12 mei 2016
Bij de Tweede Kamer is een wetsvoorstel in behandeling ter aanpassing van de Arbeidsomstandighedenwet. De aanpassingen betreffen:
De positie van de preventiemedewerker
Werkgevers moeten zich houden aan de verplichtingen die de Arbeidsomstandighedenwet oplegt. Een van deze verplichtingen is het aanstellen van een preventiemedewerker. De preventiemedewerker helpt de werkgever bij de uitvoering van de Arbeidsomstandighedenwet. Een van zijn taken is het opstellen van de risico-inventarisatie en -evaluatie. De rol van de preventiemedewerker komt onvoldoende uit de verf. Om de betrokkenheid bij de keuze van de preventiemedewerker te vergroten krijgt het medezeggenschapsorgaan van het bedrijf instemmingsrecht over de persoon en positie van de preventiemedewerker. Het medezeggenschapsorgaan wordt daardoor mede verantwoordelijk voor het functioneren van de preventiemedewerker. De adviserende rol van de preventiemedewerker ten opzichte van de arbodienstverleners en de samenwerking met deze dienstverleners worden nu in de wet vastgelegd.
De rol van de bedrijfsarts bij verzuimbegeleiding
De werkgever is verantwoordelijk voor de verzuimaanpak. De bedrijfsarts heeft daarin een ondersteunende rol. Het is niet de bedoeling dat de werkgever de verzuimbegeleiding aan de bedrijfsarts overlaat. Om te voorkomen dat de bedrijfsarts de belangen van de werkgever zwaarder laat wegen dan de gezondheid van de werknemer wordt de adviserende rol van de bedrijfsarts duidelijker omschreven in de wet. Deze verduidelijking moet bijdragen aan de onafhankelijke positie van de bedrijfsarts.
Consult bij de bedrijfsarts
Tot 2007 bestond het zogenaamde arbeidsomstandighedenspreekuur. Deze mogelijkheid wordt nu heringevoerd. In de wet wordt vastgelegd dat iedere werknemer de mogelijkheid krijgt om een bedrijfsarts te consulteren. De bedoeling daarvan is dat werknemers de bedrijfsarts consulteren voordat klachten leiden tot verzuim. Om de bedrijfsarts te consulteren heeft de werknemer geen toestemming van de werkgever nodig. De werkgever mag niet geïnformeerd worden over het consult, de aanleiding daartoe of de uitkomsten van het consult.
Basiscontract arbodienstverlening,
In de wet worden minimumeisen gesteld aan het contract tussen arbodienstverleners en werkgevers. Het basiscontract omvat de wettelijke taken waarbij een werkgever zich moet laten ondersteunen door een arbodienst. Het wetsvoorstel bevat vier specifieke rechten en verplichtingen die moeten bijdragen aan een goede beroepsuitoefening door de bedrijfsarts. Het gaat om de volgende onderwerpen:
Deze rechten en verplichtingen worden in de overeenkomst tussen werkgever en bedrijfsarts uitgewerkt. Dat geldt ook voor de al bestaande verplichting voor de bedrijfsarts om beroepsziekten te melden bij het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten.
Handhaving en toezicht
De Inspectie SZW is belast met het toezicht op de naleving van de arboregelgeving. Wanneer een werkgever geen contract met een arbodienst heeft geeft de Inspectie SZW eerst een waarschuwing. Het wetsvoorstel voert voor die gevallen directe boeteoplegging in. Wanneer er wel een overeenkomst is die niet alle verplichte elementen bevat kan de Inspectie SZW een waarschuwing geven en eisen dat de wet wordt nageleefd. De Inspectie SZW moet het toezicht op het niet melden van beroepsziekten verbeteren. Het niet melden van beroepsziekten door de bedrijfsartsen en arbodiensten wordt in het wetsvoorstel als een overtreding aangemerkt. De mogelijkheid om een boete op te leggen aan de bedrijfsarts wordt voorwaardelijk in de wet opgenomen. Wanneer het aantal meldingen niet substantieel toeneemt, kan besloten worden deze bepaling in werking te laten treden.
Bij de inwerkingtreding van dit wetsvoorstel moeten bestaande contracten van werkgevers met arbodienstverleners, die niet voldoen aan de nieuwe verplichtingen, uiterlijk na een jaar gewijzigd worden.