1 december 2016
Ondernemer voor de omzetbelasting is iedereen die zelfstandig een bedrijf uitoefent. Voor de kwalificatie als ondernemer is niet van belang of er een winstdoelstelling is. Ook de met de activiteiten behaalde resultaten zijn niet van belang. Ook voorbereidende handelingen voor het verrichten van economische activiteiten moeten tot de economische activiteiten worden gerekend. Vooruitlopend op het ondernemerschap kan dus al een recht op aftrek van voorbelasting ontstaan.
In 2012 werd binnen een concern een nieuwe bv opgericht met als doel de handel in en het beheer en de verhuur van onroerend goed. Nog in dat jaar kocht de bv een deels gerenoveerde kantoorvilla van een gelieerde vennootschap. Deze vennootschap was begonnen met de renovatie maar was daarmee gestopt. De vraag was of de bv kwalificeerde als ondernemer voor de omzetbelasting. De renovatie van het pand was nog niet voltooid en het pand werd niet gebruikt. In de aangifte omzetbelasting over het laatste kwartaal van 2012 had de bv € 202 aan voorbelasting in aftrek gebracht. De Belastingdienst had de teruggaaf aanvankelijk verleend, maar later gecorrigeerd door het opleggen van een naheffingsaanslag.
De rechtbank ging ervan uit dat de bv het voornemen had om belaste prestaties te gaan verrichten, namelijk belaste verhuur of belaste verkoop van het pand. Omdat het ging om een monumentale villa met als bestemming kantoorpand lag zakelijke en belaste exploitatie voor de hand. De rechtbank vond het lange tijdsverloop tussen de ondernemershandelingen en de belaste prestaties verklaarbaar, gezien de slechte markt voor kantoorpanden. De bv had recht op aftrek van voorbelasting.